11 oktober 2023
Terugblik kerkhistorische reis 2023
“Kerkhistorie door de eeuwen heen” zo luidde het thema van onze reis, die na enkele “corona-jaren”van 1 t/m 5 mei weer gemaakt kon worden. Werkelijk een vreugde om vele oudgedienden, maar ook een flink aantal nieuwe reisgenoten te ontmoeten. Verzamelen bij de Oude Duikenburg, fijne ontmoetingen en hartelijke begroetingen, met de bus naar Tiel voor koffie met gebak. Terug in de bus opening van de reis met een hartelijk welkomstwoord door Marius Timmermans, Schriftlezing en gebed, waarna het eerste Psalmvers door de bus klonk. Er zouden er nog heel wat volgen, ook in het Duits.
Met aan het stuur onze vertrouwde chauffeur, Joost van de Wetering, vertrokken we naar Trier, om daar een prachtige boottocht op de Moezel te maken. De stemming was minstens zo goed als het heerlijke weer en zo kwamen we welgemoed in hotel Deutscher Hof aan, waar we deze week verbleven. Na diner en de door onze reispastor Ds. J.P. Boiten verzorgde avondsluiting, was deze eerste reisdag al weer voorbij.
De tweede dag stond in het teken van de Hugenoten. Na een uitgebreid ontbijt, dagopening in de bus, vertrokken we naar Metz, een stad in Noord Frankrijk waar de protestanten, dankzij het Edict van Nantes, jaren behoorlijk ongestoord konden wonen. Onder leiding van drie gidsen bezochten we de enorme kathedraal Saint-Étienne, indrukwekkend. We kregen veel uitleg, met name ook over de vele gebrandschilderde ramen. Even na de rondleiding klonken de klanken van de eeuwenoude Psalmen, naar de Duitse berijming van Matthias Jorissen, door dit machtige, vijf eeuwen oude godshuis. Onze organist, Dick Boogaard, wist het prachtige orgel tot spreken te brengen en met onze ruim zestig deelnemers galmde het loflied tot in alle hoeken van de kathedraal. Na een ruime middagpauze waarin ieder op eigen gelegenheid door het eeuwenoude stadscentrum kon dwalen, vertrokken we naar het plaatsje Ludweiler in Duitsland. Hier, in de zogenaamde “Hugenotenkerk” kwamen de Hugenoten langs landweggetjes en achteraf paden, zodat ze niet opgemerkt werden, om hun kinderen te laten dopen en het avondmaal te vieren. Tochten van 40 kilometer waren geen uitzondering. We werden vriendelijk verwelkomd door de plaatselijke predikant, pfarrer Gaevert, die ons het kerkje liet zien, het één en ander vertelde, ook dat er op de kerktoren geen haan of zwaan ( Luthers ) maar een hugenotenkruis van 1.20 meter hoog staat. Na een hartelijk afscheid vertrokken we naar ons hotel. Na het diner volgde de avondsluiting met een collecte voor de stichting. Een trouwe vriend verhoogde de opbrengst van € 578,- tot het mooie ronde bedrag van € 600,-.
Ook mag niet onvermeld blijven dat we, zoals al heel vaak gebeurde, ook nu weer een envelop overhandigd kregen met maar liefst € 1000,- namens “Houtproject Zuna”.
Woensdag, alweer de derde dag van onze reis, was geheel gevuld met herinneringen aan de in Trier geboren Caspar Olevianus. De groep werd in tweeën gesplitst. Met hulp van professor Günther Franz die als onze gids fungeerde, werd de ene groep ’s morgens en de andere ’s middags rondgeleid langs vele plaatsen die in het leven van Olevianus van betekenis waren, o.a. zijn geboortehuis, plaatsen waar hij de “Nieuwe leer” verkondigde, gevangen werd gezet enz.. Dit alles met bij elk object een uitgebreide uitleg door onze, ondanks zijn leeftijd (81 jr.) nog zeer kwieke en kundige gids. De andere groep bezocht de stadsbibliotheek van Trier. Speciaal voor ons gezelschap waren er een aantal stukken opgediept die rechtstreeks verband met de Reformatie hebben. Heel bijzonder om bijvoorbeeld een eigenhandig door Luther geschreven brief in de hand te hebben of een door Olevianus geschreven exemplaar. Verder nog een aantal aan de Reformatie gerelateerde stukken en boeken, terwijl in de zogenaamde “Schatzkammer” van deze bibliotheek prachtige exemplaren van boeken en Bijbels van vele, vele eeuwen oud bezichtigd werden. Met recht een “Schatzkammer”
Hierna enkele uren “vrije tijd”. Velen wandelden door het oude stadscentrum en liepen gelijk ook even naar de “Porta Nigra” de nog door de Romeinen gebouwde stadspoort. Na het diner was het maar even de straat oversteken en we kwamen bij de Olevian-Saal, waar professor Mühling ons nog eens meenam door de levensgeschiedenis van Olevianus. Na deze interessante lezing en ook gelijk avondsluiting kwam ook deze “Olevianusdag” ten einde.
Hoe wilde de Heere toch mensen via wonderlijke en veelbewogen wegen gebruiken, om de zo verduisterde waarheid weer helder te laten schijnen. Bij Olevianus denk je als vanzelf aan de Heidelbergse Catechismus. Bij de opdrachtgever van deze catechismus mochten we donderdag 4 mei, stilstaan.
Donderdag 4 mei
Na het ontbijt vertrokken we naar Simmern, een plaats in de Hunsrück, waar Frederik III van de Paltz, bij ons wellicht beter bekend als Frederik de Vrome, op 14 februari 1515 werd geboren. De Pfarrer in ruhe, of wel de emeritus predikant van de Evangelische Kirche in Simmern, dominee Hess, ontving ons uiterst vriendelijk in de kerk waar hij jaren gediend heeft, de Stephanskirche. In deze kerk leidde hij ons, groep voor groep, door de Sint Anna kapel, de grafkapel van het huis van Simmern/de Paltz. Indrukwekende z.g.n. epitafen, afbeeldingen in steen uitgehouwen, van de voorouders en andere familieleden van Frederik de Vrome. Zelf ligt de godvrezende keurvorst hier niet begraven, maar werd bijgezet in de Heilige Geist Kirche in Heidelberg. Na de rondleiding in de grafkapel, vertelde ds. Hess e.e.a. uit het leven van Frederik, waarbij uiteraard diens inspanningen voor de reformatie aandacht kregen, met wel als hoogtepunt zijn opdracht tot het samenstellen van de Heidelbergse Catechismus. Onder begeleiding van het prachtige orgel, zongen we het door Frederik de Vrome zelf gedichte lied, tot voor kort bij ons en velen volledig onbekend. Ds. Hess had zich nog eens extra in de geschiedenis verdiept en was zo op dit inhoudvolle lied gestuit en had het voor ons toegankelijk gemaakt, van Gotisch naar hedendaags schrift.
De zo vriendelijke en gastvrije Pfarrer hield nog een korte overdenking, we zongen nog enkele Psalmen en hij bad en dankte met ons. Indrukwekkend. Na een mooie rit en een uurtje ontspannen genieten aan de Moezel, zonovergoten, bracht de bus ons naar de Evangelische Kirche in Dickenschied, de kerk waar dominee Paul Schneider, bekend als de dominee van Buchenwald, het ambt bediende tot hij door de Nazi’s werd opgepakt en tenslotte in kamp Buchenwald werd opgesloten. Schneider weigerde ook in Buchenwald zich aan de Hitler-ideologie te onderwerpen en werd op slinkse wijze om het leven gebracht, vermoord. De huidige predikant, ds. Benninghaus, was graag bereid ons in zijn kerk te ontvangen en te vertellen uit het leven van Paul Schneider. Naast de min of meer bekende feiten, schetste hij ons ook de verhoudingen binnen de gemeente van wel en niet Hitlergezinden. Ondanks dat bleef Schneider onverzettelijk in zijn grote bezwaren tegen dit duivelse regiem met de reeds geschetste afloop. Het was heel uitzonderlijk dat de Nazi’s toestonden dat hij in zijn woon- en standplaats begraven mocht worden. Onder overweldigende belangstelling werd hij op 21 juli 1939 op de begraafplaats van Dickenschied ter aarde besteld. Later werd er een gedenkteken op zijn graf geplaatst. Terwijl Paul slechts 41 jaar werd, mocht Gretel, zijn vrouw die met vijf jonge kinderen achter bleef, de hoge leeftijd van bijna 99 jaar bereiken. Zij werd naast haar man begraven en ook voor haar werd een gedenkteken opgericht. Na deze indrukwekkende voordracht eindigden we deze bijeenkomst door met elkaar pfarrer Benninghaus Psalm 134 in het Duits toe te zingen. Vervolgens wandelden we naar de begraafplaats om nog even bij de graven van deze Kroongetuigen stil te staan. Diep onder de indruk zongen we hier ter afsluiting Psalm 103 vers 8 en 9 met elkaar. Het was 4 mei. Nadat we onderweg terug een heerlijk buffet kregen voorgeschoteld en daarna in de bus 1 minuut stilte in acht namen en aansluitend het Wilhelmus zongen, reden we terug naar ons hotel. Na de avondsluiting kwam ook deze, toch wel bijzonder indrukwekkende, dag ten einde. Toen we na de laatste nacht in ons hotel ontwaakten, was inmiddels ook de laatste dag van onze reis alweer aangebroken.
Vrijdag 5 mei
Ontbijt, koffers inladen en richting Nederland. Gelukkig hadden we tussendoor nog tijd voor een bezoek aan Echternach in Luxemburg. Ook hier, in de abdij van Echternach, komt de benaming Kerkhistorische reis, volledig tot z’n recht. Het gezelschap werd, nadat eerst de gebruikelijke groepsfoto werd gemaakt, in drie groepen gesplitst en met een gids per groep, rondgeleid door de indrukwekkende abdij. Door de vele prachtige bezienswaardigheden lichtte de geschiedenis van de uit Engeland afkomstige Willibrord, die de oversteek naar Holland maakte om daar het Evangelie te verkondigen, helder op. Met de bouw van een kerk en klooster in Utrecht, legde hij daar de uitvalsbasis voor vele navolgers, die het Evangelie in de lage landen verkondigden. Door politieke ontwikkelingen week Willibrord uit naar Echternach, waar hij de laatste 10 jaar van zijn leven doorbracht. Op 81 jarige leeftijd overleed hij en werd bijgezet in de crypte van de basiliek van Echternach. De loden kist waarin zijn stoffelijk overschot zich bevindt, is na bijna 1300 jaar nog altijd goed te zien.
Na deze verkenning van dit wel antiek te noemen stukje kerkhistorie, was er nog even tijd om vrij door Echternach te wandelen, waarna we de terugreis aanvaardden. Na een voorspoedige reis, met alleen tijdens de laatste kilometers wat file en een slimme Duitse mede weggebruiker die, welke binnendoorweggetjes we ook namen, steeds weer voor ons opdook, kwamen we behouden in Echteld aan. Daar werden we al opgewacht door Gert Kranendonk van Goed Idee en door onze welbekende chauffeur van eerdere reizen, Johan Bok. Met een heerlijk afscheidsdiner inclusief de gebruikelijke bedankjes en het overhandigen van blijken van waardering, was ook deze mooie, harmonieuze en indrukwekkende reis ten einde. Een reis met meerwaarde.
PS: Vergeet u niet een donatie over te maken?